SintLucas Werken bij

“Het leukste aan mijn vak zijn de leerlingen”

Student en docent aan het woord

Wat wil je als student nu altijd al weten van die ene docent. In deze rubriek krijgen studenten de kans om een docent het hemd van het lijf te vragen.  In dit verhaal lees je de vragen van eerstejaars studente Jessica Berkers die zij stelt aan Maud van Wijlick, docente creativity en personality bij de opleiding Media- en evenementenmanagement.

Jessica: “Je hebt gezegd dat het nooit je wens was om leraar te worden. Waarom niet?”

Maud: “Dat klopt. Ik wilde vroeger echt geen leraar worden. Verschrikkelijk! Op zestienjarige leeftijd had ik een gesprek met mijn decaan over het kiezen van een vervolgopleiding. Die decaan was meneer Ernst, biologieleraar. Heel lief, maar ook stoffig. Hij vond dat ik het onderwijs in moest gaan. Omdat we meer van die leraren zoals meneer Ernst op school hadden, zag ik dat echt niet zitten. Zij waren mijn voorbeeld, maar daar kon ik me niet mee identificeren. Ik ben uiteindelijk communicatie gaan studeren. Onder andere omdat ik zo leuk teksten kon schrijven.”

“Hoe ben je dan toch leraar geworden?”

“Na mijn opleiding ging ik werken. Ik begeleidde meestal de stagiaires. Dat vond ik keileuk om te doen. Daarnaast ging ik creatieve trainingen geven. Voor een groep staan en hen meenemen, dat lag mij wel. Ook heb ik toen mijn eigen creatieve kant verder ontwikkeld door naar de Styling Academie in Amsterdam te gaan. Ik zag op een gegeven moment een vacature bij SintLucas en daar kwam alles, creativiteit en communicatie, samen. Ik dacht: ik probeer het gewoon en het wordt waarschijnlijk toch niks, want ik ben geen leraar.”

Het liep anders en inmiddels is Maud aan haar vierde jaar bij SintLucas bezig. Jessica vraagt hoe ze dat in het begin aanpakte:

” Ik wist eigenlijk niet zo goed waar ik aan begon. Ik had nog steeds die docenten van vroeger in mijn hoofd. Ik wachtte op studenten die propjes naar mijn hoofd gingen gooien. En dat ze niet naar mij zouden luisteren tijdens het lesgeven. Maar dat gebeurde niet. Ook ging ik mijn pedagogisch didactische aantekening halen. Dat je ook op die manier leraar kon worden, dat was niet in mij op gekomen. Daarmee ben ik officieel uit de illegaliteit gestapt.”

Wat vind je het leukste aan je vak?

“De leerlingen! Het gaat echt om jullie. De gesprekken die ik met jullie heb en dat ik jullie zie groeien. De lesinhoud is voor mij ondergeschikt aan plezier.” Maud vraagt Jessica wat zij het leukste aan de opleiding vindt: “Door de lessen heb ik een duidelijk toekomstbeeld gekregen. Het is af en toe hard werken, maar je hebt ook veel vrijheid. Dat is fijn.”

“Heb je weleens een blunder voor de klas gemaakt?

“Heel vaak. Ik heb heel weinig schaamte dus ik doe heel veel rare dingen als ik voor de klas sta. Bijvoorbeeld zingend lesgeven.” Jessica herkent dat: “Wij hebben je zo leren kennen en accepteren dat.”

Jessica sluit af met: “Als je zonder beperking van geld en ruimte wat mocht bedenken voor de opleiding Media- en evenementenmanagement. Wat zou dat dan zijn?”

“Ik zou al onze studenten een auto met chauffeur en een butler geven, zodat ze op tijd op school komen en er geen gezeik meer is al studenten te laat in mijn les komen zonder reden en dan het Wilhelmus moeten zingen.” Dat is uiteraard het grappig antwoord. Het serieuze is als volgt: “We leren in onze opleiding voor een beroep dus hoe gaaf zou het zijn als we school en een bedrijf kunnen combineren. Dat studenten naast dagen op school, ook dagen in het bedrijf werken en dat wat ze leren op hun opleiding meteen in de praktijk kunnen brengen. En dat wij als docenten ook met de praktijk mee kunnen.” Volgens Jessica zou dat voor sommige studenten wel beter zijn. “Dan krijgen ze meer gevoel bij hoe het vak in elkaar zit.”

Jessica en Maud