Lars van Aart is medewerker ICT bij SintLucas.
Hoe is het met je?
“Het gaat goed. Samen met mijn collega’s Paul en Selahattin ben ik bijna iedere dag op school aanwezig. Als een van de weinigen. We bewaken met zijn drieën het fort. Ik ben alleen een paar dagen thuis geweest, omdat mijn zusje verhoging kreeg en mijn moeder het beter vond dat ik thuis bleef. Gelukkig is ze niet ziek geworden.”
Hoe is het om met collega’s op afstand te werken?
“Het is anders. We krijgen veel oproepen via Teams. De collega’s en studenten hebben het online leren en werken in de loop van de maanden omarmt. Zeker na de update. Je zag dat medewerkers meteen aan de gang gingen met het aanpassen van de achtergrond bij het videobellen.”
Werkte je zelf al met Teams?
“Het is onderdeel van het Microsoft-pakket, dus we had het met onze afdeling al eens aangezet en uitgeprobeerd. In het weekend voordat de school dicht ging, is er flink door gestampt om het programma voor iedereen beschikbaar te maken. Mijn complimenten naar de onderwijscollega’s die het zo snel hebben opgepakt. Na twee dagen crashcourses werd er al online lesgegeven. Het is een beetje een speeltuin. We hebben docenten verschillende tools aangereikt en ze kunnen er zelf wat van maken. Voor de een werkt online lesgeven beter dan voor de ander.”
Hebben jullie een andere rol gekregen als afdeling?
“We zijn nog steeds ondersteunend bij technische vragen. Alleen zijn de vragen anders. Sommige leerlingen van het vmbo hebben een laptop gekregen en vanuit die groep krijgen we nog steeds vragen om af en toe te ondersteunen. Verder zijn we bezig om ervoor te zorgen dat medewerkers ook thuis veilig kunnen werken Ook kijken we al naar volgend schooljaar. Ik verwacht dat op het mbo de lessen na de vakantie nog online doorgaan. We moeten dan wel genoeg bandbreedte hebben om de data online over en weer te kunnen laten gaan.”
Waar gaat het digitale onderwijs naartoe?
“Ik hoop dat het onderwijs de digitale tools blijft gebruiken. Ik denk dat door deze coronacrisis mensen hebben kunnen inzien hoe makkelijker ICT kan werken. Als een student ziek is, zou deze wel online bij de les aanwezig kunnen zijn. Er zitten natuurlijk net zoveel voor- als nadelen aan online onderwijs. Ik hoor ook studenten die toch het liefste in de klas zitten met een docent voor hun neus. We zien wel dat er een toename is in het gebruik van LinkedIn Learning. Veel docenten die dat online lesprogramma nog niet echt kenden, maar er nu wel gebruik van maken. Om studenten meer uitdaging te geven en de mogelijkheden voor zelfstudie. Dat is positief.”
Wat doe je buiten je werk?
“Ik ben aan het puzzelen geslagen. We hebben thuis de grootste Disney-puzzel gekocht die er is: 40.320 stukjes. We zijn nog steeds met het eerste deel bezig, dat uit ongeveer vierduizend stukjes bestaat. Ook met onze hond Logan wandelen vind ik fijn. Even je gedachten resetten en genieten van de rust in de bossen. Afspreken met vrienden en naar het terras dat is lastig. Ik ben niet zo van het vooraf reserveren. Ik spreek meestal spontaan met mensen af om wat te gaan drinken. Je bent meer op jezelf aangewezen en je hebt tijd om na te denken. Dat is niet altijd leuk. Ik ben wel een beetje corona-moe. Ik hoop dat we snel terug kunnen naar wat we deden en dat het geen 1,5 meter blijft.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
“Je hoort verschillende verhalen over wat wel en niet goed is om te doen. De virologen spreken elkaar tegen over wat wel en niet kan. En je ziet dat de media ons ook een bepaald beeld wil voorschotelen. Dat het lijkt alsof het heel druk is op sommige plekken, maar dat de lens waarmee die foto gemaakt is een bepaald perspectief laat zien. Een beeld dat soms vertekend is. Misschien ben ik een ICT-nerd maar wat zeggen die cijfers van het RIVM nou eigenlijk? We krijgen de hele dag zoveel info. Het voelt weleens als een overkill. Ik zit niet te wachten op een vaccin, want wat gaat dat doen? We hebben het nu onder controle. Laten we dat zo houden en dat we langzaamaan weer op een normale manier verder kunnen gaan.”